Oudedagsreserve

Waar een werknemer zich over het algemeen minder zorgen over hoeft te maken, zijn zaken die standaard door een werkgever uit handen genomen worden. Denk daarbij aan een arbeidsongevallenverzekering of een pensioenvoorziening. Voor de zelfstandig ondernemer is het zaak om dat zelf te regelen. In dit artikel ga ik in op het creëren van een pensioenvoorziening.

Een ondernemer heeft de mogelijkheid om een oudedagsreserve op te bouwen. De oudedagsreserve is een fiscale reserve, ofwel een boekhoudkundige post op de balans die tot verschuiving van de winst naar de toekomst leidt. Er vindt daardoor uitstel van belastingheffing plaats, geen afstel. Ooit moet de ondernemer afrekenen.

De inkomstenbelasting wordt pas betaald wanneer er een uitkering gedaan wordt uit de opgebouwde reserve. Het moment van uitkering kan verder uitgesteld worden als de oudedagsreserve omgezet wordt in een lijfrente (of een product zoals banksparen). In veel gevallen zal dan het inkomen en het percentage inkomstenbelasting (indien de AOW leeftijd bereikt is) lager zijn dan in het jaar dat de reservering is gedaan. Gedurende de periode van opbouw is er dus nog geen sprake van een echte oudedagsvoorziening.

Bij beëindiging van de onderneming kan de ondernemer de reserve omzetten in een lijfrente (of lijfrenteproduct) bij een toegestane bank/verzekeraar. Dat doet hij door een bedrag af te storten dat gelijk is aan het saldo van de oudedagsreserve. Er vindt op dat moment geen belastingheffing plaats doordat tegenover de belaste vrijval van de oudedagsreserve een aftrekbare uitgave voor inkomensvoorzieningen staat. Indien de oudedagsreserve tussentijds wordt afgebouwd leidt dit tot een bijtelling van de winst, ter grootte van het afgebouwde deel van de oudedagsreserve. Tussentijds afbouwen van de reserve is toegestaan.

Een rekenvoorbeeld: De winst uit onderneming bedraagt € 40.000. Hiervan kan 9,44% worden toegevoegd aan de oudedagsreserve (= € 3.776). Het directe belastingvoordeel bedraagt 37,35% van € 3.776 = € 1.410. Deze reservering schept tijdelijk meer liquiditeit en is voordelig wanneer op het moment van uitkering (bijv. als men AOW-gerechtigd is) het belastingpercentage op het inkomen lager is. 

De maximale toevoeging bedraagt in 2020 9,44% van de winst uit onderneming, met een maximum van € 9.218. Toevoegen mag onder bepaalde voorwaarden, zoals het voldoen aan het urencriterium. Ook mag de stand van de oudedagsreserve het ondernemingsvermogen niet overschrijden. 

Van Buuren Belastingen kan voor uw specifieke situatie doorrekenen of het zinvol is hiervan gebruik te maken. In VBB-FactBoek wordt een opgebouwde reserve inzichtelijk en duidelijk geadministreerd en direct meegenomen in de belastingaangifte voor ondernemers.