Toeslagen

Toeslagen zijn een financiële tegemoetkoming van de Belastingdienst in de kosten. Er bestaan vier soorten toeslagen: zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget. Welke toeslag je krijgt is afhankelijk van je financiële situatie.

In deze blog wordt kort uitgelegd wanneer je ergens voor in aanmerking komt. De grenzen zijn niet altijd scherp te stellen, om er zeker van te zijn dat je ergens voor in aanmerking komt, kan er een proefberekening gemaakt worden op de website van de Belastingdienst.

Zorgtoeslag
Iedereen van 18 jaar en ouder kan in aanmerking komen voor zorgtoeslag. Daarbij gelden de volgende inkomensgrenzen (2022):
– alleenstaand: 31.998, max toegestaan vermogen: 120.020
– met toeslagpartner: 40.994, max toegestaan vermogen 151.767

Huurtoeslag
Wanneer je een zelfstandige woonruimte huurt tot een bedrag van 763 euro kan je in aanmerking komen voor huurtoeslag. Dit is afhankelijk van je leeftijd, inkomen, vermogen en medebewoners. De inkomensgrens is niet hard, de huurtoeslag neemt af naarmate het inkomen hoger is. Grof gezien is het volgende schema te hanteren:
– alleenstaand: inkomen 25.000 – 42.000 euro, max toegestaan vermogen 31.747
– met medebewoner:  inkomen 25.000 – 42.000 euro, max toegestaan vermogen 63.494

Kinderopvangtoeslag
Als werkende ouders kun je in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Dit geldt ook voor een alleenstaande werkende ouder. Je hebt alleen recht op kinderopvangtoeslag als je werkt, een opleiding volgt of een traject volgt dat de kans op werk vergroot. Als je een partner hebt, hebben jullie samen recht op toeslag op basis van de uren die de minst werkende kwijt is aan zijn werk. De toeslag geldt alleen als het kind naar een geregistreerde kinderopvang gaat. De hoogte van de toeslag is inkomensafhankelijk, echter er is geen maximum inkomen bepaald waarbij de toeslag 0 is. De minimum toeslag is altijd nog 33,3% van de kosten tot de maximum te vergoeden uurprijs van de opvang.

Kindgebonden budget
Kindgebonden budget is een tegemoetkoming in de kosten voor je kinderen. Je hebt recht op kindgebonden budget als je kinderbijslag krijgt en minstens 1 kind hebt onder de 18 jaar.
In het algemeen geldt: hoe meer en hoe ouder de kinderen, hoe hoger het inkomen waarmee je nog in aanmerking komt voor kindgebonden budget. Inkomensgrenzen (als voorbeeld):
– partners met 1 kind: 57.000 euro, max toegestaan vermogen 151.767
– alleenstaand met 2 kinderen: 111.000, max toegestaan vermogen 120.020

In veel gevallen is het vanwege de verschillende factoren die invloed hebben op de berekening niet eenvoudig vast te stellen of iemand in aanmerking komt voor een toeslag. Maak daarom een proefberekening op de site van de Belastingdienst. Heb je daarbij hulp nodig, dan kan je je vraag kwijt bij info@vanbuurenbelastingen.nl.

Aftrekposten van de Belastingdienst

Kosten die de ondernemer maakt om zijn omzet te kunnen realiseren, zijn aftrekbaar als kostenpost. Daarnaast zijn er aftrekposten van de Belastingdienst die onder voorwaarden toegepast kunnen worden. Deze aftrekposten vallen onder de term ondernemersaftrek en is een aftrek op de winst. Dit in tegenstelling tot de heffingskortingen, die zijn aftrekbaar van de te betalen belasting. De meest toegepaste aftrekposten zijn:

  • zelfstandigenaftrek
  • startersaftrek

Volledigheidshalve zijn er ook:

  • startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
  • aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk
  • meewerkaftrek
  • stakingsaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt toegepast wanneer je ondernemer voor de inkomstenbelasting bent, je voldoet aan het urencriterium van 1225 uur en bent nog niet AOW gerechtigd. De aftrek bedraagt 6.310 euro, het maximale tarief voor aftrek is 40%.

De startersaftrek wordt toegepast als je in 1 of meer van de 5 voorgaande jaren geen ondernemer bent geweest en je in die periode niet meer dan 2x de startersaftrek hebt toegepast. Je moet eveneens voldoen aan het urencriterium. De aftrek bedraagt 2.123 euro.

Na toepassing van de ondernemersaftrek volgt de MKB-winstvrijstelling. Hiervoor geldt (evenals voor de aftrekposten) de voorwaarde dat je ondernemer bent voor de inkomstenbelastingen. Om dat te kunnen bepalen is er de ondernemerscheck.

In mijn blog Heffingskortingen stelde ik dat op basis van deze kortingen je de conclusie kan trekken dat je als werkende pas vanaf een bruto inkomen van 8.880 euro daadwerkelijk inkomstenbelasting moet gaan betalen. Pas bij 22.356 euro is het bedrag aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen opgelopen tot 1.585 euro. Echter, de posten van de ondernemersaftrek moeten daar nog af, en dat scheelt aanzienlijk.

Na toepassing van de aftrekposten wordt de MKB aftrek (14%) berekend. Het totaal van alle posten vormt de ondernemersaftrek.

Grafisch weergegeven ziet het er als volgt uit:


Bij toepassing van uitsluitend MBK-aftrek (indien de ondernemer ook ondernemer voor de inkomstenbelasting is), is het netto winst tot 14.085 belastingvrij.


Inclusief zelfstandigenaftrek begint het belasting betalen bij 26.855 euro vanwege de extra aftrek van 6.310 euro van de winst. De ondernemer moet dan wel minimaal 1225 uur werkzaam zijn voor zijn bedrijf.


Tenslotte inclusief de startersaftrek is de winst tot 28.774 euro onbelast. Met de startersaftrek komt er nog eens 2.123 euro in mindeling op de winst voordat er belasting over wordt berekend.

Naast het betalen van inkomstenbelasting is de ondernemer ook altijd nog premie ZVW (Zorgverzekeringswet) verschuldigd. Deze premie is niet in de overzichten meegenomen en bedraagt 5,50% van het belastbaar inkomen.

De volgende keer ga ik in op de toeslagen.

Heffingskortingen

Hoe zit het nu eigenlijk met het verschil tussen heffingskortingen, aftrekposten en toeslagen? Best onoverzichtelijk omdat het ene een korting is op je belastingbetaling, het andere een aftrekpost op je inkomsten en de derde iets wat je apart aan moet gaan vragen. Ik ga het in verschillende delen op eenvoudige wijze uitleggen.

Deel 1: Heffingskortingen
Een heffingskorting is een korting op de te betalen inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Als voorbeeld neem ik de meest toegepaste kortingen: de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Op de algemene heffingskorting heeft iedereen recht, op de arbeidskorting alle werkenden.

De hoogte van de korting wordt berekend over de inkomsten. In loondienstverband regelt de werkgever de toepassing van de kortingen voordat er loonbelasting over geheven wordt, als ondernemer geef je aan dat je er recht op hebt tijdens de aangifte inkomstenbelasting voor zover dit nog niet in de aangifte al automatisch aangekruist staat.

De algemene heffingskorting is maximaal 2.888 euro en wordt afgebouwd naarmate het inkomen hoger wordt. De arbeidskorting ziet er meer uit als een bergje, de korting begint laag, stijgt naar een maximum van 4.260 euro en gaat terug naar 0.

Om te zien hoe de kortingen uitpakken, kunnen we dat het handigste grafisch weergeven. Onderstaande grafieken geven weer bij welke inkomsten je welk bedrag aan korting op de inkomstenbelasting ontvangt. 


De algemene heffingskorting is maximaal 2.888 euro en wordt afgebouwd naarmate het inkomen hoger wordt.

De arbeidskorting start bij 0, stijgt naar een maximum van 4.260 euro en gaat terug naar 0.


Algemene heffingskorting en arbeidskorting gecombineerd.


Algemene heffingskorting en arbeidskorting afgezet tegen het totaal aan betaalde inkomstenbelasting en premies bij een bepaald inkomen.

Op basis van deze kortingen kan je de conclusie trekken dat je als werkende pas vanaf een bruto inkomen van 8.880 euro daadwerkelijk inkomstenbelasting moet gaan betalen. Pas bij 22.356 euro is het bedrag aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen opgelopen tot 1.585 euro. Daarna loopt het sneller op omdat de kortingen afgebouwd worden.

In bepaalde situaties zullen nog andere kortingen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld de inkomensafhankelijke combinatiekorting (ouders met jonge kinderen) of de (alleenstaande) ouderenkorting.

Een zelfstandig ondernemer zonder parttime loondienstverband houdt van zijn netto omzet (opbrengsten minus kosten) in het begin best veel over. Zeker als je in aanmerking neemt dat bij minimaal 1225 uur de ondernemersaftrek daar nog bij komt. In mijn volgende blog komen de aftrekposten aan bod.

Financial planner: hoe om te gaan met een zakelijke rekening

Een zakelijke rekening aanhouden voor de zakelijke inkomsten en uitgaven maakt het financieel inzicht en overzicht een stuk eenvoudiger. In één oogopslag zou je kunnen zien hoe je er financieel voorstaat, zonder de administratie te hoeven raadplegen. Ware het niet dat er natuurlijk wel wat op aan te merken is. Namelijk:

  • zijn er openstaande posten?
  • hoeveel omzetbelasting moet ik straks afdragen?
  • wat wordt mijn aanslag inkomstenbelasting en premie zvw?
  • maak ik gebruik van een oudedagsreserve?

Behalve de openstaande posten is het voor de stand van de zakelijke rekening handig wanneer er aparte potjes zijn voor het betalen van omzetbelasting en inkomstenbelasting/premie zvw en de reservering voor de oudedag. Dat kan tegenwoordig gemakkelijk ingeregeld worden d.m.v. de mogelijkheid om spaarpotjes te openen onder de betaalrekening. Het maandelijks boeken van de verschuldigde omzetbelasting en verwachte inkomstenbelasting levert dan geen grote schommelingen op in de stand van de rekening.

De reservering voor de oudedag is een aftrekpost van de fiscale winst en daar zal op een later tijdstip nog belasting over betaald gaan worden. Hiervoor is het dus min of meer noodzakelijk dat dit op de rekening blijft staan en niet per ongeluk uitgegeven wordt. Een spaarpotje Oudedagsreserve is een must bij het gebruik van deze fiscale aftrekpost.

Voorbereidingen aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers

Vanaf 1 maart kan men de vooringevulde aangifte inkomstenbelasting downloaden. Daar staan alle bij de Belastingdienst bekende gegevens vooringevuld. De ondernemers hebben daar bedrijfscijfers aan toe te voegen. Hoe uitgebreid dat moet zijn is afhankelijk van de vraag of je ook ondernemer bent voor de inkomstenbelasting. Daarvoor is een checklist beschikbaar. Het voorbereiden van de aangifte kan veel werk zijn en het is raadzaam daar tijdig (nu) mee te beginnen.

Inkomsten uit overig werk
Ben je géén ondernemer voor de inkomstenbelasting, dan kun je volstaan met een opgave van de inkomsten uit overig werk, waarbij enkele posten nader gedetailleerd weergegeven worden. Hoe uitgebreid bepaal je zelf, minimaal naast de omzet zijn de kosten zoals:
– reiskosten
– telefoon/internet
– algemene kosten
Is de post algemene kosten verhoudingsgewijs erg groot, maak daar dan een verdere uitsplitsing op.

Ondernemer voor de inkomstenbelasting
Ben je wél ondernemer voor de inkomstenbelasting, dan is de aangifte uitgebreider (meer posten uitgesplitst) en wordt de balans (activa en passiva) opgemaakt. Hierbij is het zaak de overlopende posten bij de jaarafsluiting goed te registreren. Te denken valt aan:
– investeringen in inventaris/machines/vervoersmiddelen
– debiteuren/crediteuren (nog te ontvangen of betalen bedragen over 2021)
– te betalen/ontvangen omzetbelasting 4e kwartaal 2021
en daarnaast
– afschrijvingen
– bijtelling bij auto/youngtimer van de zaak
– privéopnames en -stortingen
– beginbalans 2021
ter bepaling van het eigen vermogen van de onderneming.

Genoemde posten zijn uiteraard geen volledige opsomming maar dienen als voorbeeld waar je minimaal aan moet denken.

Rekentool Netto Winst voor Ondernemers

In navolging van mijn vorige blog kan ik melden dat de tool klaar staat voor gebruik. De naamgeving is iets veranderd, en de functionaliteit al uitgebreid. Tijdens testfase kwamen er verzoeken binnen om inzichtelijk te maken welk bedrag aan belastingen gereserveerd moet worden om de aanslag over het betreffende jaar te betalen.

Daar is een berekening voor opgenomen. Eveneens is meegenomen dat er in geval van AOW/pensioen uitkering mogelijk een extra bedrag aan belastingen gereserveerd dient te worden, omdat er in deze gevallen vooraf onvoldoende is ingehouden. In complexe situaties (uitkeringen uit meerdere pensioenpotjes) kunnen de berekeningen anders zijn en geeft deze rekentool niet de juiste uitkomst. De rekentool is te gebruiken als indicatie, niet als controle van de Belastingdienst.

Bij complexe situaties graag een belastingconsulent raadplegen of met mij contact opnemen via info@vanbuurenbelastingen.nl

Rekentool Inkomen uit Onderneming

Als kleine ondernemer wil je graag weten hoeveel er nu eigenlijk van je verdiende geld onder de streep overblijft. Want na berekening van het fiscaal inkomen volgen de berekeningen van de ondernemersaftrek, de heffingskortingen en de toeslagen. Althans, voor zover van toepassing. En het betekent veel uitzoekwerk om dit eens even door te rekenen.

Voor de startende ondernemers en kleine zelfstandigen komt er nu een hulpmiddel beschikbaar, dat direct inzicht geeft in de netto opbrengsten van de zakelijke activiteiten, ook als er naast de onderneming nog in loondienst gewerkt wordt. Dat hulpmiddel is een rekentool, dat op basis van enkele gegevens en uitgangspunten doorrekent hoeveel belasting er feitelijk afgedragen moet worden van de winst. De tool kan ook gebruikt worden voor forecasting en lange termijnplanning. Bijvoorbeeld welke omzet wil je nastreven en wat blijft er dan onder de streep van over, of hoeveel moet je maandelijks reserveren om straks de belastingen te kunnen betalen.

De rekentool wordt gefaseerd beschikbaar gesteld. Ondernemersaftrek en heffingskortingen zijn in de eerste versie opgenomen, evenals de AOW situatie en de premie inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet. Eén van de eerste uitbreidingen zal de zorgtoeslag worden. De zorgtoeslag wordt echter niet door de Belastingdienst berekend, maar dient apart aangevraagd te worden. Op basis van reacties en behoeftes van gebruikers zullen toekomstige uitbreidingen in overweging genomen worden.

Nieuwsgierig geworden? Nog even geduld, de rekentool wordt eind juli verwacht.

Aftrekbaarheid zakelijke bijeenkomsten, studiereizen, etc

Wanneer je als ondernemer een bijeenkomst hebt, die vrijblijvend van aard is, zijn de kosten beperkt aftrekbaar. Daarbij gaat het om kosten die gemaakt zijn in het kader van:

  • voedsel, drank en genotmiddelen
  • representatie (recepties, feestelijke bijeenkomsten , relatiegeschenken, vermaak)
  • congressen, seminars, symposia, studiereizen, e.d. inclusief reis- en verblijfkosten.

Met betrekking tot deze kosten is de eerste 4.600 euro fiscaal niet aftrekbaar. Je kan echter ook opteren voor een aftrekbeperking van 20%, dan zijn die kosten voor 80% aftrekbaar. Wanneer de kosten het bedrag van 23.000 euro niet overschrijden, is de aftrekbeperking gunstiger dan de hoofdregel.

Belangrijk om te weten: als het gaat om zakelijke cursussen of opleidingen, is de aftrekbeperking niet van toepassing.

Afschrijven

Afschrijven, wat is het, hoe wordt het berekend en hoe zit het met willekeurige afschrijving?

Afschrijven is verdelen van de kosten van een bedrijfsmiddel over meerdere jaren. Anders dan bij gewone inkopen komen deze kosten als investering op de balans te staan en hebben door middel van afschrijven voor een deel impact op de V&W-rekening. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken. Koopt u een bedrijfsmiddel voor minder dan € 450? Dan trekt u het bedrag wel in 1 keer af als kosten.

Voorbeelden van bedrijfsmiddelen zijn:

  • gebouwen, machines, auto’s, inventaris en andere duurzame zaken die u voor de bedrijfsvoering gebruikt (de materiële bedrijfsmiddelen)
  • vergunningen en andere niet-tastbare zaken die nut hebben voor de onderneming en waarvan het gebruik leidt tot een waardevermindering van de vergunningen (de immateriële bedrijfsmiddelen)

Om te kunnen afschrijven op een bedrijfsmiddel, moet u het bedrag bepalen dat u jaarlijks mag afschrijven. Daarvoor hebt u 3 gegevens nodig:

  • de aanschafkosten
    Die bestaan uit de aanschafprijs plus:

    • de aankoopkosten (zoals bijvoorbeeld de notariskosten bij aankoop van onroerend goed).
    • de installatiekosten en de kosten van het bedrijfsklaar maken (bijvoorbeeld de kosten van plaatsing van het bedrijfsmiddel door een ander dan de leverancier), minus
    • kortingen en subsidies, ook als u die achteraf krijgt.
  • de restwaarde
    Dat is de waarde die het bedrijfsmiddel vermoedelijk nog zal hebben op het moment dat u het niet meer kunt gebruiken voor uw onderneming.
  • de vermoedelijke gebruiksduur (in hele jaren)
    In principe is dat de technische levensduur van het bedrijfsmiddel, dus de periode totdat het helemaal versleten is. Maar u mag uitgaan van de economische levensduur als die korter is dan de technische levensduur.

De rekensom wordt dan: afschrijving = (aanschafkosten – restwaarde) / gebruiksduur. De afschrijving is per jaar maximaal 20% op de aanschafkosten van het bedrijfsmiddel, ook al is de economische levensduur korter.

Naast de normale afschrijving mag er in bepaalde gevallen willekeurig afgeschreven worden. Willekeurige afschrijving is van toepassing voor ondernemers die in aanmerking komen voor de startersaftrek. Daarnaast zijn er nog een aantal regels van toepassing, raadpleeg daarvoor uw belastingconsulent.

De jaarrekening opstellen

Om de jaarrekening van een bedrijf op te stellen is in beginsel de vraag hoe gedetailleerd deze moet zijn. Een jaarrekening is een jaarlijks overzicht van de financiële situatie van een onderneming bestaande uit de balans, winst- en verlies rekening en de toelichting daarop. Te gedetailleerd leidt af, te globaal geeft onvoldoende inzicht.

De wet stelt eisen aan de jaarrekening. De grondregel is het inzichtsvereiste. Een jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede, voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.

Iedere BV en NV moet volgens Nederlands recht een jaarrekening opstellen, echter er wordt onderscheid gemaakt tussen 4 soorten vennootschappen, te weten micro, klein, middelgroot en groot. Een vennootschap is een micro-, kleine of middelgrote onderneming als zij gedurende twee opeenvolgende boekjaren aan twee van de hierna te noemen criteria voldoet.

  Micro Klein Middelgroot
Activa ≤ € 350.000 ≤ € 6.000.000 ≤ € 20.000.000
Omzet ≤ € 700.000 ≤ € 12.000.000 ≤ € 40.000.000
Werknemers (gemiddeld) ≤ 10 ≤ 50 ≤ 250

Model jaarrekening
Uit bovenstaande is af te lezen dat een zelfstandig ondernemer die een eenmanszaak heeft opgericht, geen jaarrekening hoeft op te stellen en te deponeren. Echter een jaarrekening geeft, zeker als we over een reeks van jaren praten, een goed beeld van het presteren van de ondernemer. Om in die behoefte te voorzien, heeft Van Buuren Belastingen een standaard model jaarrekening opgezet, dat naar wens ingekort of uitgebreid kan worden. Het model kan los gebruikt worden, maar wanneer het als onderdeel van VBB-FactBoek wordt gebruikt, worden de velden automatisch gevuld. Een blanco weergave van het model ziet er als volgt uit: Model Jaarrekening Bedrijf. Bij de jaarrekening hoort een korte toelichting, waarbij de fluctuatie van de cijfers in de opeenvolgende jaren wordt verklaard en uitleg wordt gegeven hoe de balans is opgemaakt.

Meer informatie over VBB-FactBoek vindt u elders op deze website, of u stelt uw vraag aan Cees-Jan van Buuren via info@vanbuurenbelastingen.nl