Vermogensbelasting 2022

In 2022 krijgen we te maken met een gewijzigde vrijstelling voor box 3, deze gaat omhoog van € 50.000 naar € 50.650 per belastingplichtige, € 101.300 voor fiscale partners. Wat boven de vrijstelling uitkomt, is belastbaar vermogen.

Voor het berekenen van het rendement hanteert de Belastingdienst een formule, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen rendement behaald uit spaargeld en rendement behaald uit beleggingen (de zgn. vermogensmix) én drie vermogensschijven met oplopende percentages.

Boven het heffingsvrije vermogen wordt over de eerste €50.650 een rendement verondersteld van 1,82% (2021: 1,90%). Hierover heft de fiscus 31% vermogensbelasting, oftewel afgerond 0,56%. Dat is lager dan in 2021 (0,59%).

Ook als je meer vermogen hebt, word je over 2022 iets minder zwaar belast. Het veronderstelde rendement voor de tweede schijf gaat van 4,5% naar 4,37%. Dat wordt ook wel fictieve of forfaitaire rendement genoemd. Daarover heft de Belastingdienst weer 31%. Dat is afgerond 1,35% (2021: 1,4%) belasting.

Bij een vermogen boven de €1.036.418 rekent de belastingdienst met een rendement van 5,53%. Dat is in 2021 nog 5,69%. Over dat deel van het vermogen betaal je dus 1,71% belasting (2021: 1,76%).

Enkele belastingnieuwtjes van Prinsjesdag 2021

Voor de zelfstandig ondernemer gaan er in 2022 vermoedelijk kleine verschuivingen optreden in de belastingschijven en aftrekposten.

  1. Daling inkomstenbelasting
    Het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting (inkomens tot 69.398 euro) daalt van 37,1 naar 37,07%. Dit geldt voor ondernemers jonger dan de AOW-leeftijd. Voor AOW’ers daalt het tarief van 19,2 naar 19,17%.
  2. Daling zelfstandigenaftrek
    De zelfstandigenaftrek daalt in 2022 met 360 euro van 6.670 naar 6.310 euro. De verlaging betekent minder belastingvoordeel. Van je zelfstandigenaftrek en andere aftrekposten, zoals mkb winstvrijstelling en hypotheekrenteaftrek, krijg je in deze schijf 40% terug. Dat was in 2021 nog 43%.
  3. Daling premie ZVW
    Het tarief inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet voor ondernemers daalt van 5,75% in 2021 naar 5,45% in 2022. Je betaalt het tarief over een maximum jaarinkomen van 59.267 euro via je inkomstenbelasting.

Uiteraard zijn dit de voornemens en staat het nog niet vast. Wanneer de plannen definitief goedgekeurd zijn, zal ik daar melding van maken.

Inkomen na pensionering

Veel mensen vragen zich af van welk inkomen men uit kan gaan na pensionering. Er is natuurlijk de AOW, mijnpensioenoverzicht.nl, pensioenoverzichten van privéregelingen, banksparen, etc. Het duizelt je als je die bedragen ziet, maar je weet nog steeds niet wat er maandelijks netto binnenkomt.

De rekentool Pensioeninkomen schept duidelijkheid. Op overzichtelijke wijze wordt gevraagd de belangrijkste pensioenbronnen in te voeren. Aan de hand daarvan wordt berekend hoeveel er netto overblijft. Op deze manier kan ook aan pensioenplanning gedaan worden. Berekenen hoeveel pensioen je nodig hebt om op een bepaald netto inkomen uit te komen.

Nieuwsgierig geworden? Probeer het zelf uit! Vraag toegang aan via rekentool Pensioeninkomen of via info@vanbuurenbelastingen.nl en ik stel een persoonlijke versie van de rekentool beschikbaar. Ook voor advies omtrent belastingconsequenties van pensioensparen kun je bij Van Buuren Belastingen terecht.

Rekentool Netto Winst voor Ondernemers

In navolging van mijn vorige blog kan ik melden dat de tool klaar staat voor gebruik. De naamgeving is iets veranderd, en de functionaliteit al uitgebreid. Tijdens testfase kwamen er verzoeken binnen om inzichtelijk te maken welk bedrag aan belastingen gereserveerd moet worden om de aanslag over het betreffende jaar te betalen.

Daar is een berekening voor opgenomen. Eveneens is meegenomen dat er in geval van AOW/pensioen uitkering mogelijk een extra bedrag aan belastingen gereserveerd dient te worden, omdat er in deze gevallen vooraf onvoldoende is ingehouden. In complexe situaties (uitkeringen uit meerdere pensioenpotjes) kunnen de berekeningen anders zijn en geeft deze rekentool niet de juiste uitkomst. De rekentool is te gebruiken als indicatie, niet als controle van de Belastingdienst.

Bij complexe situaties graag een belastingconsulent raadplegen of met mij contact opnemen via info@vanbuurenbelastingen.nl

Rekentool Inkomen uit Onderneming

Als kleine ondernemer wil je graag weten hoeveel er nu eigenlijk van je verdiende geld onder de streep overblijft. Want na berekening van het fiscaal inkomen volgen de berekeningen van de ondernemersaftrek, de heffingskortingen en de toeslagen. Althans, voor zover van toepassing. En het betekent veel uitzoekwerk om dit eens even door te rekenen.

Voor de startende ondernemers en kleine zelfstandigen komt er nu een hulpmiddel beschikbaar, dat direct inzicht geeft in de netto opbrengsten van de zakelijke activiteiten, ook als er naast de onderneming nog in loondienst gewerkt wordt. Dat hulpmiddel is een rekentool, dat op basis van enkele gegevens en uitgangspunten doorrekent hoeveel belasting er feitelijk afgedragen moet worden van de winst. De tool kan ook gebruikt worden voor forecasting en lange termijnplanning. Bijvoorbeeld welke omzet wil je nastreven en wat blijft er dan onder de streep van over, of hoeveel moet je maandelijks reserveren om straks de belastingen te kunnen betalen.

De rekentool wordt gefaseerd beschikbaar gesteld. Ondernemersaftrek en heffingskortingen zijn in de eerste versie opgenomen, evenals de AOW situatie en de premie inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet. Eén van de eerste uitbreidingen zal de zorgtoeslag worden. De zorgtoeslag wordt echter niet door de Belastingdienst berekend, maar dient apart aangevraagd te worden. Op basis van reacties en behoeftes van gebruikers zullen toekomstige uitbreidingen in overweging genomen worden.

Nieuwsgierig geworden? Nog even geduld, de rekentool wordt eind juli verwacht.

Coronacrisis: versoepeling urencriterium 2021

Voor bepaalde aftrekposten (zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve) moet u voldoen aan het urencriterium. Dat houdt in dat u ten minste 1225 uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor uw onderneming. Door de coronacrisis kunt u hier in 2021 misschien niet aan voldoen. En dan zou u niet meer gebruik mogen maken van de aftrekposten.

Om dit risico te beperken, geldt er een goedkeuring voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021. U mag er in die periode van uitgaan dat u ten minste 24 uur per week aan uw onderneming hebt besteed. Ook als u dat niet werkelijk hebt gedaan.

Bron: Belastingdienst

Aftrekbaarheid zakelijke bijeenkomsten, studiereizen, etc

Wanneer je als ondernemer een bijeenkomst hebt, die vrijblijvend van aard is, zijn de kosten beperkt aftrekbaar. Daarbij gaat het om kosten die gemaakt zijn in het kader van:

  • voedsel, drank en genotmiddelen
  • representatie (recepties, feestelijke bijeenkomsten , relatiegeschenken, vermaak)
  • congressen, seminars, symposia, studiereizen, e.d. inclusief reis- en verblijfkosten.

Met betrekking tot deze kosten is de eerste 4.600 euro fiscaal niet aftrekbaar. Je kan echter ook opteren voor een aftrekbeperking van 20%, dan zijn die kosten voor 80% aftrekbaar. Wanneer de kosten het bedrag van 23.000 euro niet overschrijden, is de aftrekbeperking gunstiger dan de hoofdregel.

Belangrijk om te weten: als het gaat om zakelijke cursussen of opleidingen, is de aftrekbeperking niet van toepassing.

Vrijstelling schenkbelasting tijdelijk verhoogd in 2021

Het bedrag dat u belastingvrij aan een ander mag schenken gaat in 2021 tijdelijk met € 1.000 omhoog. Dit is besloten vanwege de coronacrisis. Ook de schenkingsvrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen is met € 1.000 verhoogd.

Voor de schenkbelasting gelden vrijstellingen: tot een bepaald bedrag is een schenking belastingvrij. De hoogte van dit bedrag hangt af van de relatie tussen de schenker en de ontvanger.

De tijdelijk verhoogde vrijstellingen in 2021:

  • U mag € 3.244 belastingvrij schenken aan een ander, bijvoorbeeld uw kleinkind, een vriend of een ondernemer.
  • Ouders mogen € 6.604 belastingvrij schenken aan hun kind.

De verhogingen gelden van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

De bedragen voor belastingvrij schenken in 2021 zien er als volgt uit:

Aan kinderen:
– jaarlijks € 6.604
– eenmalig € 26.881*
– eenmalig voor studie € 55.996*
– eenmalig voor eigen huis € 105.302*

Aan anderen:
– jaarlijks € 3.244
– eenmalig voor eigen huis € 105.302*

*onder voorwaarden

 

Aangifte deadline Belastingdienst verschuift met één week

De Belastingdienst geeft mensen vanwege de technische problemen een week langer de tijd om hun aangifte te doen. De inlevertermijn loopt nu tot 8 mei in plaats van 1 mei. Ook de termijn om vóór 1 juli bericht te krijgen, verschuift met een week. Wie voor die datum wil horen of hij of zij geld terugkrijgt of juist moet betalen, moet nu voor 8 april aangifte doen.

 

Afschrijven

Afschrijven, wat is het, hoe wordt het berekend en hoe zit het met willekeurige afschrijving?

Afschrijven is verdelen van de kosten van een bedrijfsmiddel over meerdere jaren. Anders dan bij gewone inkopen komen deze kosten als investering op de balans te staan en hebben door middel van afschrijven voor een deel impact op de V&W-rekening. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken. Koopt u een bedrijfsmiddel voor minder dan € 450? Dan trekt u het bedrag wel in 1 keer af als kosten.

Voorbeelden van bedrijfsmiddelen zijn:

  • gebouwen, machines, auto’s, inventaris en andere duurzame zaken die u voor de bedrijfsvoering gebruikt (de materiële bedrijfsmiddelen)
  • vergunningen en andere niet-tastbare zaken die nut hebben voor de onderneming en waarvan het gebruik leidt tot een waardevermindering van de vergunningen (de immateriële bedrijfsmiddelen)

Om te kunnen afschrijven op een bedrijfsmiddel, moet u het bedrag bepalen dat u jaarlijks mag afschrijven. Daarvoor hebt u 3 gegevens nodig:

  • de aanschafkosten
    Die bestaan uit de aanschafprijs plus:

    • de aankoopkosten (zoals bijvoorbeeld de notariskosten bij aankoop van onroerend goed).
    • de installatiekosten en de kosten van het bedrijfsklaar maken (bijvoorbeeld de kosten van plaatsing van het bedrijfsmiddel door een ander dan de leverancier), minus
    • kortingen en subsidies, ook als u die achteraf krijgt.
  • de restwaarde
    Dat is de waarde die het bedrijfsmiddel vermoedelijk nog zal hebben op het moment dat u het niet meer kunt gebruiken voor uw onderneming.
  • de vermoedelijke gebruiksduur (in hele jaren)
    In principe is dat de technische levensduur van het bedrijfsmiddel, dus de periode totdat het helemaal versleten is. Maar u mag uitgaan van de economische levensduur als die korter is dan de technische levensduur.

De rekensom wordt dan: afschrijving = (aanschafkosten – restwaarde) / gebruiksduur. De afschrijving is per jaar maximaal 20% op de aanschafkosten van het bedrijfsmiddel, ook al is de economische levensduur korter.

Naast de normale afschrijving mag er in bepaalde gevallen willekeurig afgeschreven worden. Willekeurige afschrijving is van toepassing voor ondernemers die in aanmerking komen voor de startersaftrek. Daarnaast zijn er nog een aantal regels van toepassing, raadpleeg daarvoor uw belastingconsulent.