Van het urencriterium voor ondernemers is veel afhankelijk. Voldoet een ondernemer aan het urencriterium van 1225 uur in een jaar, dan verruimt dat zijn aftrekposten met o.m. de zelfstandigenaftrek, de oudedagsreserve en mogelijk de startersaftrek.
In 2020 geldt daarvoor een versoepeling. Tussen 1 maart en 1 september 2020 hoeft niemand te voldoen aan het urencriterium. In deze periode mag iedere zelfstandige uitgaan van 24 gewerkte uren per week, ook als zij minder hebben gewerkt. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de corona-aanpak waardoor veel ondernemers hun deuren tijdelijk moesten sluiten.
De regeling van aftrekposten bij zakelijk gebruik van een auto is ingewikkeld. We onderscheiden daarin verschillende situaties: – is de auto zelf een auto op de zaak of privébezit? – wordt er een uitgebreide rittenregistratie bijgehouden? – is de BTW van de aanschaf een voorbelasting?
Een rittenregistratie is van belang om een exacte berekening te kunnen maken van het aantal zakelijke en privé km’s. De verhouding van de zakelijke km’s t.o.v. het totale aantal wordt toegepast op de BTW van de variabele kosten (onderhoud, reparatie, banden, brandstof) van de auto, dat deel van de BTW is dan te beschouwen als voorbelasting. Bij de rittenregistratie wordt per rit vermeld:
de datum
de begin- en eindstand van de kilometerteller
het vertrek- en aankomstadres. Heb je een afspraak en reed je daar vanaf het werkadres heen en daarna weer terug, dan zijn er 2 ritten gemaakt.
de gereden route, indien dit niet de meest gebruikelijke route is
of het een privérit is of een zakelijke rit
de privé-omrijkilometers als tijdens een rit zowel zakelijke als privékilometers worden gereden
Voor de telling van het aantal zakelijke kilometers mogen voor de BTW aftrek de woon-werk kilometers niet worden meegeteld. Echter als je werkplek thuis is zou je kunnen stellen dat in feite alle kilometers die je vanuit huis naar een opdrachtgever of andere plek waar je bedrijfsmatig heen gaat zakelijk zijn. Je werkplek bevindt zich immers thuis. Ben je langdurig werkzaam voor een opdrachtgever op 1 vaste locatie dan kan de belastingdienst hier een andere mening over hebben.
Bij het ontbreken van deze uitgebreide rittenregistratie wordt een standaard bijtelling voor de BTW van het privégebruik toegepast van 1,5% van de cataloguswaarde van de youngtimer. Vervolgens kan de betaalde BTW op alle variabele onderhoudskosten als voorbelasting afgetrokken worden bij de aangifte omzetbelasting.
Het lijkt een eenvoudige vraag, die toch maar moeilijk eenduidig te beantwoorden is. Er zijn nl. veel factoren die een rol spelen, zoals het aantal zakelijke en privé km’s dat gereden wordt, aanschafwaarde en afschrijving en de bereidheid om wel of geen gedegen km-administratie bij te houden. Dan heb je het dus nog niet over de andere vaste en variabele kosten die een rol spelen, zoals verzekering, wegenbelasting, brandstof en onderhoud.
Als je door je oogharen heenkijkt, dan zou je kunnen stellen dat een relatief lage aanschafwaarde en een verhoudingsgewijs intensief privégebruik gunstig zijn. De lage aanschafwaarde heeft als voordeel dat de bijtelling van 35% niet zo hard binnenkomt, terwijl alle kosten zakelijk en dus aftrekbaar zijn. Dat geeft zowel een BTW voordeel als een aftrekpost (kosten) op een jaaraangifte inkomstenbelasting.
De vraag is nu: is dit de goedkoopste manier van zakelijk rijden? Wat natuurlijk ook kan is een elektrische auto leasen met een bijtelling van 8%. Of is tweedehands kopen hierin een betere optie? Iedere mogelijkheid roept weer nieuwe vragen op, vandaar dat we het maar eens naast elkaar moeten zetten om te kunnen vergelijken.
Laten we uitgaan van de volgende opties : – auto’s: Alfa Romeo 159 2.2 JTS uit 2005 (privé en als youngtimer zakelijk), een Tesla Model S 85 uit 2013 en een nieuwe Mini Cooper Electric. Het totaal aantal gereden km’s in een jaar is 15.000, we laten het verschil zien als de verhouding tussen zakelijk en privé omdraait. – optie 1: 5.000 zakelijk en 10.000 privé – optie 2: 10.000 zakelijk en 5.000 privé De vaste kosten bestaan uit eventueel het leasebedrag, de verzekering en de wegenbelasting. De variabele kosten bestaan uit brandstof, reparatie, onderhoud en banden.
Youngtimer rekensheet
Alfa 159 privé uit 2005
Alfa 159 zaak uit 2005
Tesla Model S85 uit 2013
Mini Electric lease
Aanschafwaarde
3950
3950
39900
0
Afschrijving p/jr
528
528
5028
nvt
Vaste kosten
2544
2544
6576
5868
Variabele kosten
3720
3720
2580
540
Jaarkosten
6264
6264
9156
6408
Bijtelling
1382
8080
2800
Optie 1
KM-verg 0,19/km
950
Tot. aftrekpost IB
950
4882
1076
3608
Netto kosten bij 37,35% bel.
5909
4440
8754
5060
Optie 2
KM-verg 0,19/km
1900
Tot. aftrekpost IB
1900
4882
1076
3608
Netto kosten bij 37,35% bel.
5554
4440
8754
5060
Kostenvergelijking Youngtimer vs elektrisch rijden
Kanttekening bij de km-vergoeding is dat het toch voelt als een sigaar uit eigen doos. Je verlaagt daarmee het ondernemingsvermogen maar het komt ten gunste aan jezelf. De km-vergoeding wordt daarom alleen als aftrekpost van de IB meegenomen.
In bovenstaand overzicht is nog geen rekening gehouden met de BTW voordelen. Die komen in het nieuwsartikel van volgende maand aan bod. Mocht je willen variëren met een aantal posten, zoals aantal km’s, aanschafwaarde, afschrijving en kosten, dan kan dat met het rekentool Youngtimer van Van Buuren Belastingen. De BTW voordelen zijn daar in de kostenoverzichten verwerkt. Meer informatie is te vinden onder Tools.
Een belastingplichtige is ondernemer als voor zijn rekening een onderneming wordt gedreven en hij rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen van die onderneming (art. 3.4 Wet IB). Iedere ondernemer is aangifteplichtig voor de omzetbelasting, tenzij daarvoor vrijstelling is verkregen. Om als ondernemer voor de inkomstenbelasting te kunnen worden aangemerkt, moet voldaan worden aan bepaalde criteria. Wanneer de ondernemer hieraan niet voldoet, dan worden de inkomsten opgevoerd als inkomsten uit overig werk. Het resultaat wordt berekend alsof je ondernemer bent, maar je hebt geen recht op bepaalde faciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, de fiscale oudedagsreserve, de meewerkaftrek of de investeringsaftrek.
Om te bepalen of je ook ondernemer bent voor de inkomstenbelasting, bestaat er een checklist. Voldoe je aan de criteria, dan is er ook nog een urencriterium om in aanmerking te komen voor de zelfstandigenaftrek. Het urencriterium houdt in dat er in het jaar minimaal 1225 uren besteed moeten worden aan de onderneming. Alle uren die je besteedt aan de onderneming tellen mee voor het urencriterium. Dit zijn dus niet alleen de uren die je in rekening brengt aan klanten. Besteedde tijd aan bijvoorbeeld het maken van offertes, het bijhouden van de administratie of het maken en onderhouden van je zakelijke website, tellen mee voor het urencriterium. De hoeveelheid tijd die aan de onderneming besteed wordt, moet je wel aannemelijk kunnen maken.
Voor de MKB-winstvrijstelling hoeft men niet aan het urencriterium te voldoen, op deze faciliteit heeft iedere ondernemer recht.
Wil je weten welke faciliteiten in jouw specifieke situatie nuttig zijn om toe te passen, neem dan contact op via info@vanbuurenbelastingen.nl.
Heb je een eigen huis? Dan mag je de rente die je betaalt over de hypotheekschuld of een andere schuld aftrekken van het inkomen, zolang je aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Voorwaarden hypotheekrenteaftrek
De (hypotheek)schuld is bedoeld voor de aankoop, verbetering of het onderhoud van een woning die je hoofdverblijf is. Deze schuld heet de ‘eigenwoningschuld’. De rente over de financiering van een tweede huis of over een lening voor consumptieve doeleinden is niet aftrekbaar.
De hypotheekrente is sinds 2001 nog maximaal 30 jaar aftrekbaar. Voor iedere hogere hypotheek geldt die termijn steeds opnieuw voor het bedrag dat je extra leent.
Verkoop je de woning? Dan moet je, als je binnen 3 jaar weer een nieuwe woning koopt, de overwaarde die vrijkomt bij de verkoop van de oude woning weer investeren. Doe je dat niet en ga je een lening aan ter grootte van de aankoopprijs van de nieuwe woning, dan heb je geen recht op renteaftrek over het leningbedrag ter grootte van die overwaarde en verhuist dit deel van de lening verhuist naar box 3.
Hypotheekrenteaftrek wordt beperkt
Het percentage van de maximale hypotheekrenteaftrek wordt verlaagd van 52 % naar 37,10 %. Dit zou eerst geleidelijk gebeuren in stapjes van 0,5 % per jaar, dat komt neer op bijna 15 % in 30 jaar. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte 3 is echter besloten om de hypotheekrenteaftrek vanaf 2020 versneld af te bouwen. Tussen 2020 en 2023 gaat de aftrek daarom met 3 % per jaar omlaag. Vanaf 2023 is dan het tarief van 37,10 % bereikt.
De beperking treft alleen huiseigenaren die in de hoogste belastingschijf zitten. De overige huiseigenaren kunnen de hypotheekrente tegen hetzelfde tarief aftrekken als waartegen hun inkomsten worden belast.
2019: per 1 januari 2019 is de maximale aftrek verlaagd naar 49,0 %
2020: per 1 januari 2020 is de maximale aftrek verlaagd naar 46,0 %
Eisen aan nieuwe leningen
Vanaf 1 januari 2013 zijn de voorwaarden voor renteaftrek aangescherpt. Je mag de rente over nieuwe eigenwoningschulden alleen aftrekken als de eigenwoningschuld (lening waarover je de hypotheekrente mag aftrekken) volledig en binnen 360 maanden (30 jaar) minimaal annuïtair wordt afgelost. Deze verplichting moet zijn opgenomen in de leenovereenkomst.
Ook moet jaarlijks aan deze aflossingsverplichting worden voldaan. Overeenkomsten die verder gaan dan een annuïtair aflossingsschema, zoals een lineaire aflossing, komen eveneens in aanmerking voor hypotheekrenteaftrek.
Voldoet een hypotheeklening niet aan de eisen of wordt de aflossingsverplichting niet nageleefd, dan vervalt het recht op hypotheekrenteaftrek.
Er kunnen bijzondere situaties ontstaan in geval van scheiding, verhuizing en overgangssituaties rond 2012/2013. Neem in dat geval contact op met Van Buuren Belastingen voor meer informatie.
De kleineondernemersregeling (KOR) is veranderd per 1 januari 2020. U kunt nu kiezen voor een vrijstelling voor de omzetbelasting (btw) als u in Nederland bent gevestigd en niet meer dan € 20.000 omzet in een kalenderjaar hebt.
Bij deelname aan de KOR berekent u niet langer btw aan uw klanten. U trekt de btw over uw zakelijke kosten en investeringen ook niet af. Of dit voor u financieel voordelig is, hangt af van uw situatie. Moet u jaarlijks btw betalen? Dan is deelname aan de KOR voor u misschien interessant. Krijgt u jaarlijks btw terug? Of bent u van plan om de komende tijd veel investeringen te doen? Dan kan dat een overweging zijn om (nog) niet aan de KOR deel te nemen.
Het maakt hierdoor verschil of uw klanten particulier of zakelijk zijn. Als u zakelijke klanten heeft en u maakt gebruik van de nieuwe KOR, dan kunnen zij geen BTW aftrekken van de uitgaven aan u gedaan. Voor particulieren geldt dit niet, zij kunnen geen BTW aftrekken.
Iedere situatie is natuurlijk anders, Van Buuren Belastingen kan u adviseren wat voor u de meest ideale oplossing is.